vrijdag 7 december 2007

Regen

Regen is pas nieuws als hij overdrijft of wegblijft.
Maar o de geur van regen. Oud nieuws.
Regen brengt de holte terug. Zomerregens aan de jongenskamer. Of lopen in het sterke lichaam op hete, zinderende landwegen. Dan ineens de dikke druppels, almaar sneller, op het kurkdroge zand. Díé geur. Van vochtig stof. En maar doorlopen, nat tot in het ontluikende kruis, haast zwevend van geluk de toekomst in.
En daar, nu, in die toekomst, kruipt ook hij dagelijks groeiend in zijn honkvaste bed. De dag is vol geweest, dezelfde regen tikt tevreden op het dakvenster. Hij glijdt de deken onder, de vertrouwde holte in. De wereld zoemt behaaglijk om onze omhelzing. De regen zal zijn verre slaap omarmen.

Regen maakt het huis huiselijker, de holte vollediger. Druppels die aandringen om binnen te mogen. Regen sluit zichzelf uit, en ons in. Zo wordt binnen nog binnener.
Loop ik tegenwoordig alleen in de regen, dan kan ik chagrijnig worden. Loopt men daarentegen met twee, er welt een vrolijkheid op. Zeker onder een paraplu: dan ontstaat een wandelende, bijna wellustige binnenruimte. Maar dan buiten.
O de verzoening van de regen.

Op een beschermd terras naar de regen kijken. De neerslag van ons voorbijgaan. Dan de gelezen krant in die regen leggen. Het vervloeiende nieuws, de waterverf van de formatie, de mascara van de gebeurtenissen die uitloopt in de tijd.
Of nog eens onverdacht omhoog te kijken. Wie volhoudt, ziet hem terug naar de wolken vallen, de regen. Ook in plassen doet hij dat: heen en terug vallen. Tussen hemel en aarde.

En ach, het geluid. Van auto's in de regen. Ook de ring zingt anders dan. En als hij voorbij is, de regen, duurt enkele ogenblikken lang het geluid van iets nieuws. Na de regen rijst heel even de vraag: waar waren we gebleven?
Net de krant dus, maar met andere inkt.

Bernard Dewulf

Geen opmerkingen: